Sunday 24 October 2010

Drie dagen in het veld

(Let op: aan dit bericht heb ik later foto's toegevoegd. De tekst gaat door onder de foto's!)
Ons vervoermiddel op de heenweg.

Meteen na ons familietripje naar Maleisie heb ik de afgelopen woensdag tot en met vrijdag doorgebracht in het zuiden van Bangladesh op een field trip met de ambassadeur en drie andere collega's van de EU Delegatie. 

In die regio heeft in mei vorig jaar de cycloon Aila een groot deel der landerijen onder water gezet. Hieronder een paar foto's om een indruk te geven van de gevolgen:




Een desolaat landschap: tot anderhalf jaar geleden waren hier
groene rijstvelden zo ver het oog reikt, nu alleen modder.
 
Anderhalf jaar na de storm!

Geen doorgaand verkeer: een verwoeste dijk

De lokale school, een madrassa, is onbruikbaar geworden.

Woning met aarden wal om het water letterlijk buiten
de deur te houden.
  
Zolang de landerijen overstroomd zijn, kampeert de bevolking
op de dijken in geimproviseerde woningen. De hokjes zijn latrines.
De dame op de voorgrond wast haar kind in het niet al te schone water.
 
Geimproviseerde hutten op een dijk.


Oud en ziek in een hutje, verdreven door het water

Wij, de EU, en anderen, zijn er een aantal noodhulp- en ontwikkelingsprogramma's gestart, ter plaatste uitgevoerd door Bangladeshi en internationale organisaties. 

De noodhulp is simpel: nieuwe huisvesting, van stalen golfplaat en steviger verankerd m.b.v. betonnen palen. 

Nieuwe huisvesting betaald met EU noodhulp.
De aarden verhoging moet ervoor zorgen dat
bij een volgende overstroming het huisje bewoonbaar blijft.
Deze verhogingen worden ook in andere projecten in Bangladesh
(m.n. voor de strijd tegen de gevolgen van klimaatverandering)
veel toegepast.

Stevig(er) verankerd
Ook wordt er voedselhulp gegeven (30 kg rijst, 5 kg linzen, 2 liter olie, 1 kg zout per familie per maand) om te overleven tot de landbouwgronden weer begaanbaar zijn en er weer rijst en andere gewassen verbouwd kunnen worden.  

Voedselhulp wordt per boot aangevoerd.
 
Op weg naar de
voedseluitdeling. In de verte de rij.
 
In de rij voor voedseluitdeling


Voedselhulp is eindelijk bij de begunstigde.
De ontwikkelingshulp is wat uitvoeriger, en bestaat erin mensen uit de allerarmste huishoudens, vaak vrouwen (gescheiden, verlaten, verstoten, of weduwen), aan het werk te zetten aan de beschadigde dijken en wegen en hen zo wat tijdelijk inkomen te verschaffen.  
Twee vliegen in een klap met cash-for-work activiteiten: essentiele
infrastructuur wordt hersteld, en de brodeloze bevolking kan wat
verdienen. Hun productiviteit is indrukwekkend: 1000 personen legden in twee
maanden zo een dijk van 2,5 km aan!
 
In gesprek met een groep rijstboeren.
Stoer volk, keiharde werkers.
 
Zo horen de velden eruit te zien! Introductie van verbeterde
rijstsoorten met hogere opbrengst. Ik heb door mijn werk veel
bewondering en waardering gekregen voor het werk van
landbouwwetenschappers.

Voorts wordt de gelegenheid te baat genomen om via getroffen boeren nieuwe rijstsoorten te introduceren die een veel betere opbrengst per hectare geven (soms tot wel 2,5 keer zo veel, wat gigantisch is). Andere boeren in de omgeving nemen deze rijstsoorten daarna over, wat een enorm verschil maakt voor de voedselzekerheid in de regio en het hele land.   
 
EU hulp heeft haar geholpen zelf
een winkeltje te beginnen.
De inkomsten zijn genoeg om
haar en haar gezin uit de
ergste armoede te helpen.

Ook worden eenmalig IGA's (income generating assets - inkomen genererende  kapitaalgoederen) geschonken, zoals een paar geiten, een vrachtriksha, een naaimachine, etc., om mensen die werkelijk alles verloren hebben toch weer de mogelijkheid te bieden zelf de kost te verdienen.

Met wat training en een naaimachine
verdient deze dame nu
genoeg om haar gezin te onderhouden.
Geen vetpot,
maar de waardigheid is terug.
In andere projecten in iets minder nijpende omstandigheden combineren we deze elementen met training. Daar laten we de allerarmsten (denk aan max. 1 karige maaltijd per dag) een jaar lang aan eenvoudige infrastructuur (meestal verhoogde wegen, maar soms ook schoolpleinen, dijken, etc.) werken zodat ze een tijdje een vast inkomen (1 a 1,5 euro per dag; dat is zo'n beetje het bestaansminimum hier) hebben.  Een deel van dat inkomen wordt verplicht gespaard. Door het jaar heen krijgen de deelnemers door scholing een beter idee van hun talenten en interesses en worden ze getraind in eenvoudig ondernemerschap en in de vaardigheden die ze in de volgende fase nodig hebben (geiten of pluimvee houden, naaien, eenvoudig boekhouden, etc.). Aan het einde van de rit schaffen ze met hun spaargeld kapitaalgoederen aan zoals (pluim)vee, een naaimachine, wat winkelinventaris etcetera  waarmee ze hun eigen inkomen kunnen gaan genereren. Deze aanpak werkt  uitstekend en heeft al vele tienduizenden mensen en hun gezinnen duurzaam uit de ergste armoede weten te trekken. Dat betekent concreet bijvoorbeeld: van 1 maaltijd naar drie maaltijden per dag, en de kinderen naar school.

Het werk aan de kleine infrastructuur, zoals op de foto's hierboven, kan handmatig worden uitgevoerd. Het is niet helemaal duidelijk waarom de breuken in de grote dijken, die zwaar materieel vereisen, na 18 maanden nog niet gerepareerd zijn door de regering, die zegt problemen te hebben bij de aanbesteding van de contracten. Ik denk er het mijne van, maar houd dat maar voor me. Maar het snijdt me door de ziel om te zien hoe de mensen van hun land zijn verdreven en in de grootste misere in hutjes op de dijken wonen, wachtend tot de tergend traag opererende overheidsdiensten eindelijk in actie komen. Ze vragen niet om aalmoezen, ze willen alleen maar aan het werk op hun land.
 
De ambassadeur en ik hebben het warm tijdens een ontmoeting met
lokale autoriteiten. Een behulpzame politieman wuift ons koelte toe!

Zwemmen lijkt na het bovenstaande maar bijzaak, en dat is het natuurlijk ook. Niettemin gaat ook dat door: na twee weken bijna geen training gisteren een pittige 6 km training gedaan, erg gevarieerd, alle vier de slagen. Door drie dagen field trip in de auto op soms slechte wegen en in speedboten ben ik met een zeurende rugpijn teruggekomen. Vanochtend niet gezwommen maar tussen 6.30 en 7.30 op hoog tempo gewandeld in Gulshan park om de benen wat extra werk te geven en te kijken of ik van de rugpijn af kan komen. Rennen gaat niet, teveel last van m'n achillespezen, maar op flink tempo wandelen gaat ook. Het was er druk. Ik was de jongste, en ook de fitste. Veel welvarende en bebuikte Bangladeshi businessmen. Ook vrouwen in traditionele Bangladeshi dracht, met gympen eronder, vrolijk keuvelend in groepjes. Er liep zelfs een, aan haar tempo te zien, bejaarde dame volledig bedekt in burka en op slippers haar rondjes.

Deze week = piekweek. Vier sessies van 2 uur of minstens 7 km op vier achtereenvolgende dagen. Eigenlijk wilde ik die in en rondom het komend weekeinde doen, maar dan nemen A. en ik deel aan een heuse boeddhistische mini-retraite van twee dagen (van 8 tot 15 uur) met een (Australische) lama (Lobsang Namgyel van het Kopan klooster in Nepal), in een flatje in Dhaka. We hebben het al eens eerder gedaan, toen met een heuse speciaal ingevlogen Tibetaanse monnik, en vonden het een erg leuke en leerzame ervaring. Het betekent ook dat het zwemmen in de dagen ervoor plaats moet vinden van 5h30 tot 7h30 's ochtends, wat ik bepaald geen lolletje vind.

3 comments:

  1. Wat onvoorstelbaar zo'n armoede. Word je daar nu niet helemaal beroerd van, om daar steeds zo mee geconfronteerd te worden?
    Goed dat je trainingen steeds voortgaan. Ik heb diep respect!

    ReplyDelete
  2. Hallo Teunie,

    Goeie vraag. Jazeker is dat soms moeilijk, al zorgt de ervaring ervoor dat je ook dit soort situaties vrij zakelijk bekijkt (gericht op: wat kunnen we doen, wat kan er beter, hoe, wanneer, etc.) De grootste moeite heb ik vaak met kleine dingen, zoals de vrouw die daar ziek in een armetierig hutje ligt weg te kwijnen, of kinderen die je ziet en waarvan je weet dat hun kansen om uit de armoede te komen gering zijn (uiteraard zie je je eigen kinderen dan in zo'n situatie). Tegelijkertijd zit ik in een heel bevoorrechte positie, omdat ik sommige dingen daadwerkelijk kan helpen veranderen door mijn werk naar behoren te doen - uiteraard niet alleen: met een team, en in feite met alle hulpverlenende partijen samen, inclusief de regering. En behalve soms zeer concrete ellende zie ik ook vaak dingen die weer ten goede keren (zie de voorbeelden van mensen die er sociaal-economisch weer bovenop beginnen te komen). Dat maakt het voor mij gemakkelijker dan voor mensen ver weg die in feite machteloos, zij het op een afstand, moeten toezien.
    Dit soort missies zijn essentieel om je bij de les te houden en terug op kantoor te realiseren voor wie je werkt: de bevolking, en niemand anders.
    Ondanks alle ellende die je ziet kan zo'n missie heel inspirerend werken. Ik vind de Bangladeshi bevolking ongelooflijk sterk: ze buigen wel maar ze barsten niet. Het zijn bewonderenswaardig harde werkers, en een kleine zet in de rug (zie de tekst) is vaak voldoende om mensen weer op weg te helpen. De voortdurende strijd tegen het water hebben ze natuurlijk met Nederlanders gemeen.

    ReplyDelete
  3. Oh, Milko, juist die foto van die oude zieke vrouw ontroerde me erg. Fijn dat je al die foto´s erbij gezet hebt. Dat geeft een goed beeld. Ook het hoopvolle van de stevige huisjes en het werk aan de dijken heb je goed belicht. Ik begrijp nu beter hoe je daar je werk kunt doen. Ik ben zelf een optimistisch mens en zou me ook echt kunnen optrekken aan de dingen die ik zou zien goed komen.

    ReplyDelete